Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. 16'-20'. Gemonteerd. Master
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | film | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stand | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
25-2-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. 16'-41'. Gemonteerd. Master
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | film | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stand | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
25-2-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. 12'-50'. Gemonteerd. Master
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. (Philipsdammen). Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. In deze film de stand van zaken in februari 1982.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | film | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stand | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
25-2-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 10'-39'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd. Bouwput aan Westerschelde, heien in bouwput, uitgraven cunet, omlegging kanaal nabij sluis, onder de Bathse brug.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd. Bouwput aan Westerschelde, heien in bouwput, uitgraven cunet, omlegging kanaal nabij sluis, onder de Bathse brug.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | bouwput | Brabant | brug | cunet | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | heien | kanaal | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | omlegging | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | sluis | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | talud | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | Westerschelde | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
2-2-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 08'-20'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Om een goede doorspoeling van het Grevelingenmeer te bewerkstelligen is in de Grevelingendam een spuisluis gebouwd, uitgevoerd als hevel. Zout water stroomt dan bij de Brouwersdam naar binnen en verlaat het weer via de hevel en komt terecht in het zoute Krammer. Beelden van de bouw van de hevel in de opgebroken Grevelingendam. Zie ook film 440.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Om een goede doorspoeling van het Grevelingenmeer te bewerkstelligen is in de Grevelingendam een spuisluis gebouwd, uitgevoerd als hevel. Zout water stroomt dan bij de Brouwersdam naar binnen en verlaat het weer via de hevel en komt terecht in het zoute Krammer. Beelden van de bouw van de hevel in de opgebroken Grevelingendam. Zie ook film 440.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | Beelden | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | Brouwersdam | dam | droog | eb | film | geheel | Grevelingendam | Grevelingenmeer | groot | haven | hevel | kering | Krammer | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | weer | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
1-4-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ruw materiaal. Ongemonteerd. 03'-41'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Scheepvaart in de Kreekraksluizen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Scheepvaart in de Kreekraksluizen.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | scheepvaart | Schelde | Sint Philipsland | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zuid | Zuid Beveland
Datum
26-3-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 10'-02'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
De Markiezaatskade, aangelegd op een slappe (turf)bodem, is doorgebroken. Het gat wordt weer gedicht.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
De Markiezaatskade, aangelegd op een slappe (turf)bodem, is doorgebroken. Het gat wordt weer gedicht.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bodem | bouw | bouwen | Brabant | dam | droog | eb | gat | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | weer | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zuid | Zuid Beveland
Datum
26-3-1982
Inventaris nr.
1982-506-15
Omschrijving
Luchtfoto, Oost Vlieland, haven en helihaven.
Trefwoorden
haven | helihaven | luchtfoto | Oost | Vlieland
Datum
1-7-1982
Inventaris nr.
1982-506-18
Omschrijving
Kustfoto 1982 - luchtfoto Terschelling, Haven, West-Terschelling.
Trefwoorden
haven | luchtfoto | Terschelling | west
Datum
1-7-1982
Inventaris nr.
1982-506-16
Omschrijving
Kustfoto 1982 - luchtfoto Terschelling, Haven, West-Terschelling, De Kom.
Trefwoorden
haven | luchtfoto | Terschelling | west
Datum
1-7-1982