Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. Geen audio. 08'-15'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier het werken aan een nieuwe spoorbrug over het aan te leggen kanaal.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier het werken aan een nieuwe spoorbrug over het aan te leggen kanaal.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kanaal | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Nieuwe | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spoorbrug | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
4-2-1984
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 08'-52'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Cutterzuiger wordt over dijk gesleept met behulp van opblaasbare zakken.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Cutterzuiger wordt over dijk gesleept met behulp van opblaasbare zakken.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | cutterzuiger | dam | deel | dijk | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
1-2-1984
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 03'-44'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath, bouwen nieuwe spoorbrug over het te graven kanaal. Zie ook CW-22.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath, bouwen nieuwe spoorbrug over het te graven kanaal. Zie ook CW-22.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kanaal | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Nieuwe | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spoorbrug | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
9-12-1983
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 03'-32'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette eb en vloed toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Beginfase aanleg van de Krammersluizen in de Philipsdam. Grondwerkzaamheden en opbouw bekisting van de sluis.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Beginfase aanleg van de Krammersluizen in de Philipsdam. Grondwerkzaamheden en opbouw bekisting van de sluis.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | bekisting | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | opbouw | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | sluis | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zuid | Zuid Beveland
Datum
1-6-1980
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ruw materiaal. Ongemonteerd. 02'-41'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath met het bouwen van een nieuwe spoorbrug over het spuikanaal.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath met het bouwen van een nieuwe spoorbrug over het spuikanaal.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Nieuwe | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spoorbrug | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
9-12-1983
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ruw materiaal. Ongemonteerd. 03'-02'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | talud | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
9-12-1983
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. 10'-39'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd. Bouwput aan Westerschelde, heien in bouwput, uitgraven cunet, omlegging kanaal nabij sluis, onder de Bathse brug.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Hier aanleg spuikanaal Bath. Graafmachines brengen talud aan. Kabels en leidingen worden verlegd en verlaagd. Bouwput aan Westerschelde, heien in bouwput, uitgraven cunet, omlegging kanaal nabij sluis, onder de Bathse brug.
Trefwoorden
aanleg | aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | bouwput | Brabant | brug | cunet | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | heien | kanaal | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | omlegging | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | sluis | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | talud | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | Westerschelde | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
2-2-1982
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. Geen audio. 09'- 21'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was.
In deze opNAMes: Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Hier het sluiten van het laatste gat in de Oesterdam, het Marollengat.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was.
In deze opNAMes: Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Hier het sluiten van het laatste gat in de Oesterdam, het Marollengat.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | dam | deel | droog | eb | gat | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
4-6-1985
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. Geen audio. 03'- 59'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde.luchtopnames van het gehele bijna gerede spuikanaal met nieuwe bruggen, en uitmonding in de Westerschelde.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde.luchtopnames van het gehele bijna gerede spuikanaal met nieuwe bruggen, en uitmonding in de Westerschelde.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | bruggen | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | luchtopnames | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Nieuwe | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | uitmonding | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | west | West Brabant | Westerschelde | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
1-1-1984
Inventaris nr.
Compartimenteringsdammen. Ongemonteerd. Ruw materiaal. Geen audio. 08'-51'
Omschrijving
Het besluit om een open kering in de Oosterschelde te bouwen, had een aantal gevolgen. Bij een dam zou de getijdenwerking helemaal uitgeschakeld zijn geweest. Zonder ingrijpen zou de getijdenwerking geheel bewaard zijn gebleven. Door de bouw van de stormvloedkering boette de eb- en vloedbeweging toch aan kracht in. De getijde NAM met een kwart af. Dat betekende dat op veel plaatsen rond de Oosterschelde schorren droog vielen, terwijl ze anders bij vloed altijd onderliepen. Om het waterpeil te verhogen werd besloten de Oosterschelde te verkleinen.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Het uitgraven van het kanaal met een cutterzuiger en werkzaamheden aan de nieuw te bouwen bruggen over het tracé.
De Oosterschelde moest in 'compartimenten' opgedeeld worden. De dammen die daarvoor ontworpen waren, werden daarom compartimenteringswerken genoemd. Het zijn de Philipsdam (tussen de Grevelingendam en Sint Philipsland), de Oesterdam (tussen Tholen en Zuid-Beveland), de Markiezaatskade (tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) en het Bathse spuikanaal een spuisluis door Zuid-Beveland. De afgesloten Wateren (het Krammer, Volkerak, Zoommeer en Markiezaatsmeer) werden daardoor zoet.
Naast het verkleinen van de Oosterschelde hadden de dammen ook de functie om een stabiel waterpeil in de Schelde-Rijnverbinding te garanderen. Dat waren Nederland en België in 1968 overeengekomen. Een goede verbinding was van groot belang voor de bereikbaarheid van de Antwerpse haven. Verder speelden de dammen een rol bij de waterbeheersing en het milieubeheer van bijvoorbeeld West-Brabant. Door zoete Randmeren te creëren, kwam er water beschikbaar voor de landbouw, die lange tijd door verzilting geplaagd was. In deze opNAMes.
Aan de Oostkant van de Oosterschelde worden twee zogenaamde Compartimenterings-dammen en sluizen met zout-zoet scheiding gebouwd. Daardoor ontstaat ook een groot randmeer waarin een groot deel van het omringende land afwatert. Dit water wordt afgevoerd via het aan te leggen spuikanaal Bath naar de Wester-Schelde. Het uitgraven van het kanaal met een cutterzuiger en werkzaamheden aan de nieuw te bouwen bruggen over het tracé.
Trefwoorden
aardolie | afgesloten | Bath | België | Beveland | bewaard | bouw | bouwen | Brabant | bruggen | cutterzuiger | dam | deel | droog | eb | geheel | Grevelingendam | groot | haven | kanaal | kering | Krammer | land | landbouw | leggen | Markiezaatskade | Markiezaatsmeer | materiaal | NAM | nederland | Nederlandse | Noord Brabant | Oesterdam | Oosterschelde | open | Philipsdam | Philipsland | plaatsen | Randmeren | rol | Schelde | Sint Philipsland | Sluizen | spuikanaal | spuisluis | stormvloedkering | Tholen | tracé | verbinding | vloed | Volkerak | water | waterbeheersing | Wateren | waterpeil | werkzaamheden | west | West Brabant | zoet | Zoommeer | zout | zuid | Zuid Beveland
Datum
1-9-1984